Friday 25 March 2011

Inca Empire

Ik sta in de stromende regen. Het is half vijf in de vroege ochtend en ik ruik de dampende jungle van Peru. Het is fris en Tes en ik sta dicht bij elkaar om warm te blijven. Voor en achter ons een lange rij wachtende mensen in het donker en de silhouetten van de steile bergen om ons heen worden langzaam duidelijk. De dag breekt aan.

Na Chili was het een race tegen de klok. Tes komt mij opzoeken! En daarvoor moet ik in drie dagen van Arica, Chili naar Lima, Peru rijden. Het is wederom woestijn, afgewisseld met diepgroene vruchtbare valleien, dan weer woestijn en nogmaals woestijn. 1500 kilometer lang race ik langs grote verlaten zandheuvels, slalom ik over bergwegen langs de zee en geholpen door rugwind (/zandstorm) kom ik na drie dagen aan in het gekkenhuis, genaamd: de ringweg van Lima. 10 banen snelweg en mijn grootste vriend is mijn toeter als ik door het verkeer zigzag. Mijn andere grote vriend is de zon als ik op een gegeven moment echt geen flauw idee meer heb waar ik moet zijn. De zee - en het strandhuis van Alonso, vrienden van Tessa's moeder - liggen immers in het Oosten waar de zon al laag aan de hemel staat. Deze ouderwetse techniek werkt perfect en een half uur later sta ik voor de deur terwijl de zon vlak boven de horizon staat. I made it.

Het is heerlijk voor Tes en mij om weer samen te zijn en na een paar dagen Lima is het tijd om de zee te verlaten en het oude Inca R
ijk van Peru te gaan verkennen. Het Inca Rijk is speciaal, niet om zijn tijdsduur (slechts 100 jaar), maar het is een van de grootste en meest welvarende emperia geweest in de oude wereld en de geschiedenis van de mensheid en strekte van Colombia tot aan Chili. Het is vergelijkbaar met het Romeinse rijk. Dat het slechts 100 jaar heeft mogen duren was een gevolg van de brute invasie van de Spanjaarden. Wij gaan samen op zoek naar de resten van deze mysterieuze Inca's.

Maar tussen het speuren doen Tes en ik iets waar we goed in zijn, heel goed zelfs: eten. Peru staat bekend om haar geavanceerde en rijke keuken. Volgens een culinaire ranglijst is het zelfs nummer drie in de wereld, na onder andere Frankrijk. En laten de prijzen van de beste Peruaanse gerechten in de beste restaurants nou net hetzelfde zijn als een saaie, zoute kipsate in de Voetboegsteeg. Tes en ik gaan ons te buiten aan biefstuk, garnalen, lokaal bier en met als klap op de vuurpijl echte lokale specialiteiten, zoals lama en (per ongeluk) cavia.. Het is allemaal even lekker en slechts een moment van onoplettendheid gooit op de laatste dag in Arequpa roet in ons eten. Een snelle en hele slechte Hawaiaanse pizza bezorgt ons een legendarische, (letterlijk) kotsmisselijke busrit naar het hoogste, bevaarbare meer van de wereld, Lago Titicaca. In Puno, de grootste stad aan dit meer moeten Tes en ik twee dagen in een hotel bijkomen van ons eetfestijn.

Aangesterkt en een anti-biotica kuur later lopen Tes en ik door Puno. Een mooie en vreemde plek. We zitten op 4000 meter hoogte en dat merk je. De zon is enorm sterk, kortademig na het traplopen en de wolken lijken in de verte uit de grond te komen. Het is alsof je bovenop een Boeing op hoogte zit. Midden in de wolken. Wij bezoeken de bevolking die eeuwen geleden vluchten voor de Inca's. Door eilanden van riet te bouwen midden op het meer. De Inca's hebben blijkbaar flink angst ingeboezemt dat mensen kozen voor een dergelijk zwaar leven, drijvend op rieten blokken in een verlaten meer. Maar in ieder geval waren ze veilig.

Het is tijd om naar het hart van het Inca Rijk te reizen of beter gezegd: de navel van de wereld: Cuzco (Qo'sqo, betekent "navel van de wereld" in Quechua, de taal van de Inca's). Nu beginnen we te begrijpen wat de Inca's voor elkaar hebben gebokst. Vanaf ons dakterras in Cuzco kijken we over de rode daken en doet het me denken aan oude plaatjes uit schoolboeken van Romeinse steden. Een stad, nog steeds van pracht en praal. Vele grote gebouwen zijn hier gebouwd (en helaas ook weer afgebroken door de Spanjaarden) zonder hulp van bijvoorbeeld het wiel. We willen meer weten over deze mensen, maar het is niet makkelijk. Ondanks al hun kennis en macht, hadden de Inca's geen geschreven taal. Maar het maakt ook mysterieus. En Tes en ik willen op zoek naar het meeste mysterieuze van de Inca's. Het sluitstuk van onze reis door hun Rijk.

De harde regen houdt langzamerhand op. Tes en ik stappen in de ochtendschemer uit de bus en we lopen over een smal bergpad. Om ons heen enorme en steile junglebergen. Het geeft mij een gevoel in een film van Jurrasic Park te zijn beland. De woeste, overvolle rivier dendert 800 meter lager door de vallei. Strepen van de regenwolken wervelen langs de bergtoppen. We zijn bijna de bocht om en het ochtendlicht wordt sterker als we allebei stil vallen.

We staan op de rand van een bergterras en kijken uit over het verre Inca verleden, herrezen uit de Jungle. Machu Picchu. Tes is stil en ik heb een brok in mijn keel. Minuten lang blijven we kijken. We zijn er. We zijn daar. Het hart van de Inca's.



Later op de ochtend.