Sunday 30 January 2011

Een Honda Transalp in Valparaiso

Helmut. Een duitser met een zwaar bayerisch accent praat tegen me en een stortvloed van vragen komen op me af. "Hast du ein extra spanningsregular?"
"Hast du extra inner-reifen"? Per vraag word ik zenuwachtiger, maar gelukkig kan ik tot nu toe op de meeste vragen "ja" antwoorden. Helmut heeft vier jaar meegereden in de Dakar rally als mechanicus. En bij zijn vertrek geeft hij mij zijn kaartje. "Immer anrufen wenn du problemen hast". Ik weet nog niet hoe ik dat ga doen in de middle of nowhere maar het stelt me enigszins gerust.

(vlnr: Helmut, me, Franco (mooiste Italiaan en elke avond mijn trouwe drinkgenoot) Jozef, Jan, Carlos)

Tot nu toe was de reis vooral een beetje surfen en aanlummelen maar met de komst van mijn Honda Transalp is het back to business. Met hulp van wat opvliegende chilenen heb ik de motor in een dag uit de douane gekregen waarbij de accu het meteen begaf. Heerlijk begin. Het was dus meteen aan de bak. De afgelopen dagen bestonden uit: accu vervangen, wiel installeren, bagagerek versterken, extra reserveonderdelen kopen (binnenband, zekeringen, olie etc.), een nepverzekering maken (verzekeringen bestaan hier niet voor motoren en er is ook geen plicht, maar toch vragen ze erom bij de douane..) en last but not least: het surfrek.

Ik denk dat ik elke schroeven- en metaaltent in Valparaiso nu ongeveer ken. Van
hort naar her, Spaans (proberen te) praten in donkere plekken waar gelast en metaal gezaagd wordt, smerige olie overal. Maar met Lorenzo, een wat grillige, groezelig uitziende, kleine chileen - die bij voorkeur chileens dialect met mij praat - kom ik stap voor stap verder. En na lang geknustel is het zover: een surfrek! Het ziet er niet uit maar sterk is het wel en na een testritje ben ik tevreden.

Nu was het surfrek gelukt, maar wel na twee dagen zeuren en zanniken met deze kleine Chileen. Op een gegeven moment was ik zo chagerijnig (mede door de taalbarriere en chileens geblaat van mijn kleine vrind) dat ik het surfrek wel om zijn nek kon buigen of anders mijn eigen net weer gemillimeterde haar uit mijn hoofd kon trekken.

Op dat moment gebeurde iets wat typisch is voor reizen in je eentje. Verrassingen uit het niets. Aan de overkant had ik al een tijdje een Europees uitziende gozer zien klussen aan zijn Fiat 600. Opeens stond hij naast mij en Lorenzo en legde in verfijnd chileens even uit wat de prijs moest zijn. Lorenzo werd een stuk stiller en het werken een stuk prettiger. Patrick had inderdaad duitse roots maar verder was hij een volbloed chileen. Hij wilde wel weten wat mijn plannen waren met mijn mooie motor. Na een gezellige babbel, een paar grappen en ditjes en datjes had ik er een nieuwe vriend bij. En een goede vriend.

Na deze dagen klussen was ik wel even klaar met dagelijks door het knotsgekke verkeer van Valparaiso te crossen met mijn Honda Transalp en Patrick had het perfecte idee om de volgende dag te gaan sightseeen. Niet op een Honda, maar in zijn BMW Cabrio Z3M. En wat een genot! Heerlijk in een auto! Achter-overleunen, zonnebrilletje op, palmbomen langs de boulevard, feestende mensen op het strand, biertje hier, biertje daar. Ik wil op reis met een Z3M! En met een zeer voldaan gevoel kijk ik over de zee als we met een ondergaande zon over de zeeweg terugrijden naar Valparaiso.

Que vida, viva Chile!


Tuesday 25 January 2011

Punta de Lobos

"Vamos"!: zegt de lokale surfer tegen mij terwijl we op een stenen rotsplaat staan vlak voor twee grote grijze rotsen vol met pelikanen. Een vreemde penetrante mix van pelikanen-poo en zeelucht vult mijn neus. Het is mijn eerste keer op de punt van de befaamde langste Chileense golf genaamd Punta de Lobos (300 meter "y mas") en ik ben nerveus. Sets van drie meter klappen hol en vol kracht op de rotsen. Het opspattende water doet me denken aan mooie ansichtkaarten van onsurfbare golven in verre landen. Verderop zie ik een mistbank aankomen.

Maar mijn nieuwe lokale vriend weet hoe het moet. "Patiencia mi amigo". We rennen een paar keer naar de entry-zone om gauw terug te rennen als een set toch eerder komt dan gedacht. Wit water overal en ik kan me nog net vasthouden. Dan na vier keer heen en weer rennen, is het moment daar, even rust, si, si, ahora! vamos! vamos! Ik spring op de achterkant van een passerende kleinere golf, zie rechts de rotsen vijf meter van mij vandaan, rapido, rapido! Na vijftien meter sprint paddle zie ik de rand van het witte water. Ik ben er, achter de line-up. De local en ik lachen naar elkaar, duimen omhoog. Ik voel de energie van de deining onder me doorgaan, het water is ijskoud, de stroming is krachtig en ik moet constant blijven paddlen om op mijn plek te blijven.

Ik waag meerdere pogingen en krijg een dikke bak over me heen. Een wasmachine op een extra lang programma gezet en mijn lichaam wordt onder water onvrijwillig in een paar vreemde yoga houdingen gelegd. Ik paddle snel terug en na een paar keer ducken lig ik weer goed maar wel 50 meter lager. Een nieuwe set, ik begin te paddlen, word opgetild, take off!!

Het board klappert onder mijn voeten van de snelheid, de golft bouwt maar op en op, ongelofelijk! Ik maak een paar turns, blijf maar gaan en opeens wordt het wit om mij heen. Ik surf het begin van de mistbank in, kan nog maar 30 meter zien, maar de golf blijft doorgaan. Het is surrealistisch totdat de golf genadeloos op het strand dicht klapt. Het is over, ik ben weer op aarde, letterlijk.

Dit was by far de lekkerste, mooiste, spannendste golfrit ooit en ik loop de rest van de dag (en avond) met een glimlach op mijn gezicht. Hier kwam ik voor en deze golf? Die ga ik niet snel vergeten. Gracias Punta de Lobos!

Saturday 15 January 2011

Santiago vs. Ze Germans




Het is zomer. Een warme zomeravond bergwind in mijn gezicht. Lachende mensen op straat, muziek overal. Ik ben duidelijk in het Latijns-Amerikaanse ritme terecht gekomen en het bevalt me erg goed. Santiago is een soort mengelmoes van een Zuid-Amerikaanse swingende stad en Chicago of New York. Grote vlagen van Chili overal, strakke lanen, mannen en vrouwen in pak. Maar ook prachtige oude koloniale gebouwen en knuffelende stelletjes in slippers op straat. Een stad rustig weggestopt achter de Andes, het leven is hier mooi.

Ik heb nu twee dagen doorgebracht in deze stad en gelogeerd in een knus hostel: Princesa Insolente. Toen ik deze naam uitspraak bij de vertraagde/verloren bagage desk van Air France keken ze mij grinnikend aan, terwijl mijn Spaans nog niet toereikend was om de grap te begrijpen. Het betekent: "de brutale of onbeschaamde prinses". Ik heb haar hier nog niet ontmoet, maar het het hostel is wel een warm bad. Leuke reizigers, mooie gesprekken en vanmiddag een fanatieke pot voetbal midden in het park in Santiago. Het was de Commonwealth (Tom, een engelsman en twee zuid-afrikanen) tegen Ze Germans! Ja, het was toch wat vreemd om samen met Franz en Udo ingedeeld te worden bij Ze Germans. Het ging gelijk op, maar ik wist een ding: Ze Germans always win! En dat deden ze met deze Nederlander die een lucky maakte bij 19-18.

Alles is dus goed. Of alles? Bijna alles. Ik ben dus verstrikt geraakt in het web van de bagagecarroussel. Mijn surfboard is gearriveerd. Maar mijn tas? Foetsie. B: "Is the bag in Paris" - AirFrance: "yes". B:"do u have confirmation than?" AirFrance:"No" B:"So, u have no idea where it is?" Air France:"Eh...no". Op zich allemaal geen ramp, maar toch wel balen zonder wetsuits en motorpak. Ik blijf duimen, en voor nu maar op mijn nieuwe lelijke bergschoenen lopen met mijn nieuwe kanariegele t-shirt.

Maar, het is nog steeds zomer hier. En de zomer ga ik vanaf morgen voortzetten in Pichilemu. De surfhoofdstad van Chili en een groene vlek van golven komt op de voorspellingswebsite van magicseaweed dichterbij. En het mooiste is: AirFrance is mijn surfboard niet kwijtgeraakt.

Monday 10 January 2011

Vertrek!

Op woensdag is het zover! Om 16:45 vlieg ik met vlucht KL1243 naar Santiago de Chile. Het avontuur gaat beginnen met als hoofdthema’s surfen en motorrijden. Na een te gezellig afscheidsfeest kan het surffeest beginnen!