Monday 25 April 2011

Moonlight Surfing

"Biep-Biep, Biep-Biep, Biep-Biep!" Het is 5:20, pikkedonker en mijn wekker gaat. Het alarm geeft een Pavlov effect. Een wekker zo vroeg betekent normaal altijd werk en dus per definitie een snooze. Maar deze keer sta ik meteen naast mijn bed. Het is tijd om te surfen. Zo vroeg mogelijk.

Lobitos. Een spookdorp in de woestijn van Noord-Peru. Na jaren beheerd te zijn door een Engelse oliemaatschappij was dit gebied een militaire basis. Alle oude huizen zijn vervallen en er woont slechts een handjevol mensen. En sinds een aantal jaren, kan je hier vrij rondlopen. Of beter gezegd surfen.

Lobitos heeft drie van de beste golven van Peru. Misschien heeft het wel de beste golf van Peru. En daarmee is het meteen de beste golf van Zuid-Amerika. De lefthander, ook Lobitos genaamd, loopt over een perfecte zandbank voor een achterlijke 300-400 meter. Perfect, snel en soms met kleine tubs. Elke ochtend word ik wakker met het beste uitzicht dat een surfer zich kan wensen. Echter, ook met minimaal 20 man op de piek.

Ik zie geen hand voor ogen, maar loop met mijn board onder mijn arm richting de uitgang van Nachos waar ik verblijf. Geen andere mensen, iedereen is nog diep in slaap. Lopend in het donker over een onverharde weg, loop ik richting het strand. Bij de top van de klif kijk ik uit over de zee en zie het witte-blauwe licht van de maan over een set golven schijnen. 2 meter glassy perfecte golven rollen over de banken van Lobitos. En er is niemand.

In een draf ren ik over het strand. Het is muisstil. Alle ramen van andere surfhuizen zijn donker. Ik ben de enige, de eerste! Een paar hele snelle yoga-oefeningen, leash om en gaan! Het zou eigenlijk te donker zijn om te surfen op dit tijdstip, maar de maan is mijn beste vriend. Het geeft mij net genoeg licht om te zien wat ik doe. En ik paddle snel naar de piek.

Mijn armen onder water. Zittend op mijn board. Het witte licht schittert over de golven. Geen wind. In velde of wegen geen surfer te bekennen. Het is perfect. Een set verschijnt aan de horizon en ik paddle naar binnen. Een take-off in volstrekte stilte met alleen de maan als toeschouwer. Over de blauwe golven, glazig als boter, glij ik door de nacht.



Mijn surfsessie van vandaag is begonnen.



/>

Thursday 7 April 2011

Chicama

"Oye hombre!" Cuanto cuesta?" Ik probeer de aandacht te trekken van de jonge local die de heilige boot rondvaart. De Chicama-sloep, waar elke luilak - waaronder ik - maar al te graag in wil stappen na een lange rit op de langste lefthander van de wereld. En lang is ie.

Mijn basecamp is het pittoresque plaatsje Huanchaco. Het is de ideale plek om na de bergen van Peru me onder te laten dompelen in een feest van surfen en golven. Het stadje loopt vol met surfers en toch is de line-up relatief rustig. De golven zijn ongekend. Het is een machine. De laagste golven zijn nog steeds ruim een cleane meter en afgelopen weekend bevinden wij ons in twee-en-halve meter grote bakken met nog iets grotere sneakersets. Regelmatig paddlen voor je - figuurlijke - leven als een de rimpels aan de horizon verschijnt.

"Disculpe amigo, pero es el barco de hotel" zegt de kapitein van de Chicama-sloep tegen me. De sloep is helaas gereserveerd voor de hotelgasten. Ik knik in stilte naar hem en begin weer met paddlen naar het strand om meer dan een kilometer terug naar de peak te lopen. "Ah amigo, bien, un vez". Ik keek blijkbaar nogal sip want de kapitein biedt mij een eenmalig ritje aan. Dit is een heel fijn kadootje en ik schud hem in de boot eens flink de hand en deel nog wat schouderkloppen uit. Het leven is fijn en dit moet een goed voorteken zijn voor weer een supersurfsessie.

Chicama is een legendarische plek voor menig surfer. Het is de - zelfverklaarde - langste linkse golf van de wereld. Als de swell echt groot is zijn er golven gereden van meer dan 2 kilometer. Het normale probleem bij surfen van pijn in de schouders en armen door het paddlen wordt hier gecomplementeerd met een voor mij nieuw fenomeen: pijn in mijn benen. Zo lang sta je op een golf, zegt men. De golf heeft een grote swell nodig, dus het is wachten in Huanchaco, maar als het zover is, zijn de golven buitenaards lang en perfect. Een close-out sectie is een zeldzaamheid. Ik ga twee keer.

Ik schud de hand van mijn kapitein nog een keer en spring de boot uit met mijn plank. Ik lig 50 meter boven de piek, beter kan het niet. De stroming is erg sterk na de piek dus ik blijf rustig wachten. Grote rimpels verschijnen aan de horizon en mijn mond valt bijna open. Het is zo perfect, dat het eigenlijk een plaats op de lijst van wereldwonderen verdient. Snel, terug naar de realiteit, dit moet hem zijn. Ik paddle krachtig richting de piek, een golf gaat onder me door en de tweede golf van de set komt door... take-off!

Ik raas van de golf af en kijk down the line. Om maar een ding te zien: een tientallen meters perfect opbouwende golf van twee meter. Ik ga veel sneller dan verwacht en maak zoveel mogelijk turns. Het blijft maar doorgaan, doorgaan en doorgaan. Je kan gewoon nadenken op deze golf. Weer een turn, weer door de knieen, kijken, strekken, door de knieen, kijken en weer strekken. Het gaat maar door, als langzamerhand de verzuring in mijn benen begint. Ik zet mijn handen op mijn knieen en cruise nog tien meter door. Ik begin echt moe te worden en denk eraan om maar te stoppen, als ik zie dat de golf zich steil opbouwt." Kom op, ouwe, gaan!" zeg ik tegen mijzelf, als ik me weer opricht om de laatste 100 meter down the line te vliegen en voldaan met de holle golf op het strand klap.

Ik ben enorm euforisch en kan er niet over uit dat een golfrit zo lang en perfect kan zijn. De kapitein is in geen velden of wegen te bekennen. Maar het maakt niets uit, ik paddle snel naar het strand en ren richting de peak. Mijn benen zijn niet meer moe. Op naar de volgende.


- Speeding down the line at Chicama -

Day one



- Turns at Chicama -


Day two



- Enjoying a big set at Chicama -



Day two