Tuesday 19 July 2011

Laguna Guatemala and the Wild East

Ik stap uit de boot en meteen wordt mijn backpack uit mijn handen gegrist. Twee lokale mannen kijken mij aan. Met een glimlach.¨Bienvenido al Laguna Lodge¨. Ik ben aangekomen in het paradijs. Een zachte badjas om mijn schouders. De suite is afgewerkt tot in perfectie. Ongekende luxe. Het uitzicht is fenominabel. Enorme vulkanen steken omhoog in de verte. Een glas rode wijn in de hand.

En dit alles heb ik aan te danken aan een avondje doorhalen op mijn verjaardag in Nicaragua. Twee Australische vrienden daar bezitten drie vijf sterren-hotels in onder andere Guatemala en de Bahamas. Deze motorrijdende surfbum had - volgens hen - wel een paar nachtjes echte rust verdiend, dus zodoende belandde ik hier. Rust en volmaakte schoonheid. Op het mooiste meer van Centraal-Amerika - Laguna Atitlan - ingeklemd tussen eeuwenoude vulkanen.

Smerige, zwarte troep op mijn bed. Het regent keihard, het is pikkedonker en ik kan geen kant op. Doodmoe van uren surfen en ik moet toch echt slapen. Morgen zijn er weer goede golven. Al dagen lang. Ik ben in het Wilde Oosten van El Salvador. Compleet wild en de enige plek met budget is een plek zonder naam waar ranzige bedden en elke dag dezelfde gefrituurde kip de enige constanten zijn. Naast de perfecte 300 meter lange righthander dan. Ik veeg mijn bed maar weer schoon, ga op de harde matras liggen, draai me om en probeer zo snel mogelijk in slaap te vallen. Dromend van dezelfde mooie golven als vandaag.

Ik ben na Nicaragua vliegensvlug door Honduras gereden om nog twee stops te maken in El Salvador en Guatemala. Landen geteisterd door oorlogsgeweld in de jaren ´80 en die nu langzaam steeds meer opkomen met toerisme. In El Salvador rij ik van het Wilde Oosten - de oude, veilige haven van de rebellen - naar het surfersparadijs El Tunco. Het land kleurt mijn reis met nog meer perfecte golven, allemaal righthanders, het is ongelofelijk, bijna akelig deze perfectie. Elke dag lig ik weer in het water. Met mijn nieuwe Aussie vrienden Ciaran en Dana. Inspirerende surfers en ik doe mijn best om mee te komen met deze geboren watermannen. De week dat ik er ben zijn de golven groot, snel en dik. Golven die ik voor de trip links zou hebben laten liggen, surf ik nu af. In stilte ben ik gelukkig.

Aan het eind van de week in El Salvador ben ik moe en iets verrassend overkomt me. Iets waarvan ik dacht dat het nooit zou gebeuren. Ik had er andere doorgewinterde surfers op de reis nog wel eens over horen praten. Iets met ¨dat je zoveel gesurft hebt, dat je gewoon geen zin meer hebt om weer naar achteren te paddlen¨, ¨dat het bijna als werk voelt, elke dag moet je weer!¨. Ik weet dat ik mijzelf ga vervloeken in November, weer op kantoor, nog donker op een maandagochtend, in een doorweekt pak van een Hollandse regenbui, flauwe automatenkoffie. Maar het is waar. Ik heb na twee maanden Centraal-Amerika en bijna elke dag surfen, officieel een ¨surf-out¨.

En voor een surf-out is maar één remedie. Ver van de zee weggaan, op naar de bergen. Naar Antigua, de wonderschone hoofdstad van de Republiek van Centraal-Amerika in 1823, de vulkanen en meren van Guatemala, de ruinies van de Mayas in Mexico. En dan vanzelf kickt de realiteit weer in. Nog maar 5 weken. Als de donder terug naar de zee en surfen tot je er bij neer valt!


Friends along the way in Guatemala and El Salvador





1 comment: